Kamervoorzitter Martin Bosma (PVV) stuurde Partij voor de Dieren-leider Esther Ouwehand weg tijdens het debat over de miljoenennota. Ouwehand droeg een blouse in de kleuren van de Palestijnse vlag, wat volgens Bosma de ongeschreven regel van neutrale kleding overtrad.
Bosma wilde Ouwehand aanvankelijk toch haar bijdrage laten leveren ondanks zijn bezwaar tegen haar kledingkeuze. FVD-leider Lidewij de Vos maakte echter bezwaar tegen deze coulance, waarbij ze verwees naar een eerder incident waarin een FVD-lid wel moest omkleden vanwege een omstreden shirt.
"Gelijke monniken, gelijke kappen", stelde De Vos, wat bijval kreeg van andere fractievoorzitters. Bosma stelde voor dat Ouwehand de kleren zou aantrekken die ze eerder droeg, omdat hij haar die "snoezig" vond staan.
Weigering en wegsturen
De PvdD-leider weigerde de zaal te verlaten voor een kledingwissel. Ze zei tegen Bosma dat hij haar dan maar moest wegsturen, wat hij vervolgens deed.
Ouwehand keerde later terug om alsnog haar moties in te dienen. Ze droeg nu een rode blouse met een watermeloenpatroon, vergelijkbaar met haar outfit op Prinsjesdag.
Politieke statements door kleding
Dit watermeloensymbool staat ook voor solidariteit met het Palestijnse volk, maar Bosma maakte er geen punt van. Kamerleden maken vaker politieke statements via accessoires, wat doorgaans oogluikend wordt toegestaan.
DENK-leider Stephan van Baarle droeg tijdens hetzelfde debat een speldje met de Palestijnse vlag. BBB-fractieleden droegen een geel lintje ter ondersteuning van Israëlische gijzelaars die door Hamas worden vastgehouden.
Bronnen gebruikt: "ANP" Let op: Dit artikel is bewerkt met behulp van Kunstmatige Intelligentie.